Je handen (en polsen) zijn jouw belangrijkste gereedschap. Toch stel je ze tijdens het werk dagelijks bloot aan risico’s. Of je nu in de bouw, logistiek of industrie werkt, gevaar zit in een klein hoekje. Denk aan scherpe materialen, chemische stoffen, hitte of kou. Goede bescherming is daarom geen overbodige luxe, maar pure noodzaak. In deze blog lees je waar je op moet letten bij het kiezen van de juiste hand- en polsbescherming.
Van welke gevaren moet je jezelf beschermen?
Voordat je kunt bepalen welke werkhandschoenen of polsbescherming geschikt is, moet je weten welke risico’s in jouw werk voorkomen. Elk type risico vraagt om een eigen normering en een specifiek soort bescherming. Hieronder vind je de meest voorkomende gevaren, samen met de normeringen die daarbij horen.
Bescherming tegen mechanische risico’s (EN 388)
Bij werk met glas, staal, hout of gereedschap is het risico op snijwonden, schuren, scheuren of prikken groot. De EN 388 norm laat zien hoe goed een handschoen beschermt tegen deze mechanische gevaren. De handschoenen worden getest op:
- A: Slijtvastheid: hoe goed de handschoen bestand is tegen schuren en wrijving.
- B: Snijvastheid (Coupe-test): bescherming bij herhaald contact met scherpe materialen.
- C: Scheurweerstand: hoe sterk de handschoen blijft wanneer er kracht op komt te staan.
- D: Perforatiesterkte: in hoeverre de handschoen bestand is tegen spijkers, metaalsplinters of andere scherpe punten.
- E: Snijbestendigheid volgens ISO 13997 (A t/m F): extra test voor extreem scherpe materialen, waarbij F de hoogste bescherming geeft.
-
P: Impactbescherming (optioneel): bescherming van knokkels en handrug, aangeduid met een simpele pass/fail. Staat er een P, dan voldoet de handschoen aan de impacttest; ontbreekt de letter, dan is deze bescherming niet aanwezig.
Hoe hoger de score (1 t/m 4 bij A–D en A t/m F bij E), hoe beter de handschoen presteert. Vooral wanneer je constant werkt met glas, plaatstaal of messen, is een hoger snij niveau (E/F) belangrijk. Meer weten over deze normering? Lees hier meer.
Oplossing:
Kies bij mechanische risico’s voor snijbestendige werkhandschoenen die passen bij de intensiteit van het werk. Voor extra zekerheid, vooral bij glas, metaal of machinewerk, kun je dit combineren met snijbestendige mouwen die ook de polsen en onderarmen beschermen.
Beroepen:
Deze vorm van bescherming is vooral belangrijk in de bouw, metaalbewerking, glasindustrie, logistiek, montage, installatietechniek, houtbewerking en automotive. Hier werk je dagelijks met scherpe randen en ruwe oppervlakken, waardoor EN 388 handschoenen de standaard zijn.
Bescherming tegen chemische risico’s (EN 374)
Werk je met olie, vet, oplosmiddelen of bijtende stoffen? Dan loop je risico op huidirritatie of chemische verbranding. De EN 374 norm laat zien in hoeverre een handschoen beschermt tegen het doordringen van chemicaliën en voor welke stoffen deze geschikt is.
EN 374 werkt met drie typen bescherming:
- Type A: hoge chemische bestendigheid (min. 6 stoffen)
- Type B: middelhoge bestendigheid (min. 3 stoffen)
- Type C: basisbescherming (1 stof)
Hoe hoger het type, hoe beter de handschoen geschikt is voor intensief of langdurig contact met agressieve vloeistoffen.
Oplossing:
Kies handschoenen die geschikt zijn voor de chemische stof die je gebruikt. Materialen zoals nitril, PVC en neopreen zijn veelgebruikte opties omdat ze bescherming geven tegen diverse oliën, oplosmiddelen en chemische middelen.
Beroepen:
Chemische bescherming is vooral belangrijk in de schoonmaak, automotive, industrie, landbouw, laboratoria en productieomgevingen waar met reinigingsmiddelen of oplosmiddelen wordt gewerkt.
Bescherming tegen warmte risico’s (EN 407)
Bij blootstelling aan hitte, vuur, vonken of lasspatten loop je risico op brandwonden. De EN 407 norm laat zienhoe goed een handschoen beschermt tegen thermische gevaren zoals contactwarmte, stralingswarmte en vlammen.
EN 407 beoordeelt handschoenen op zes onderdelen:
- Vlamvertraging: hoe goed de handschoen bestand is tegen open vuur
- Contactwarmte: bescherming bij direct contact met hete oppervlakken
- Convectiewarmte: weerstand tegen opstijgende warmte
- Stralingswarmte: bescherming tegen warmtestraling
- Kleine hete spatten: bijvoorbeeld lasspatten
-
Grote hoeveelheden gesmolten metaal: relevant bij zware metaalbewerking
Hoe hoger de score (0 t/m 4), hoe beter de handschoen beschermt tegen het specifieke type hitte.
Oplossing:
Bij hitte- of vuurrisico’s kies je voor hittebestendige werkhandschoenen die passen bij de temperatuur en de intensiteit van het werk. Materialen zoals leer, aramidevezels (zoals Kevlar®) en andere hittebestendige weefsels bieden uitstekende bescherming tegen vuur, hoge temperaturen en lasspatten.
Beroepen:
Warmterisico’s komen veel voor bij laswerk, metaalbewerking, industrie, productiewerk, onderhoudswerkzaamheden, de installatietechniek en sectoren waar regelmatig met hete oppervlakken, machines of open vuur wordt gewerkt.
Bescherming tegen kou risico’s (EN 511)
Bij werkzaamheden in vriescellen, buiten in de winter of in gekoelde magazijnen loop je risico op gevoelloze handen, verminderde grip en zelfs blijvende kou beschadiging. De norm EN 511 laat zien in hoeverre een handschoen beschermt tegen kou, zowel bij direct contact met koude oppervlakken als bij langdurige blootstelling aan lage temperaturen.
EN 511 beoordeelt handschoenen op drie onderdelen:
- Contactkou: bescherming tegen het aanraken van koude materialen
- Convectiekou: bescherming tegen koude luchtstromen en omgevingstemperatuur
- Waterdichtheid: Niveau 1 betekent dat er na 30 minuten geen water doordringt, bij niveau 0 dringt water wel door.
Hoe hoger de score (1 t/m 4 bij contact- en convectie kou), hoe beter de handschoen geschikt is voor koude omstandigheden.
Oplossing:
Kies bij kou voor thermo werkhandschoenen met goede isolatie en een waterdichte buitenlaag. Materialen zoals acryl, thinsulate en nitril-coatings helpen om warmte vast te houden en grip te behouden in koude en natte omstandigheden.
Beroepen:
Koubescherming is vooral belangrijk voor medewerkers in logistiek en magazijnen, koel- en vrieshuizen, bouw en buitenwerk, transport, groenvoorziening en alle beroepen waarbij langdurig in lage temperaturen wordt gewerkt.
Omdat veel beroepen met meerdere risico’s te maken hebben, worden normeringen vaak gecombineerd. Zodat één handschoen in meerdere situaties veilig gebruikt kan worden.
Materiaal bepaalt je bescherming
De juiste bescherming begint bij het juiste materiaal. Elk type werkhandschoenen biedt andere voordelen: nitril is slijtvast en bestand tegen oliën en chemicaliën, leer biedt hittebescherming, polyester en nylon zijn licht en flexibel, acryl houdt warmte vast en PVC is ideaal bij natte omstandigheden. Stem het materiaal altijd af op de risico’s en omstandigheden van jouw werk. Twijfel je over het juiste type handschoen? Neem contact met ons op of kom langs in de winkel. Wij helpen je graag een handje verder.